donderdag 27 oktober 2016

Vulkanenvers

Koning Lodewijk ging naar zee
Het was immers een zondag
Op zondag mocht hij met zijn dochter mee
Zodat iedereen het zag

Dat hij toch wel een uitzonderlijk talent bezat
De koning was een kastelenmaker, zo bijzonder
Dat hij er na een dag wel twintig had
Het een na het ander, net een wonder

Ze hadden balzalen en kantelen
Kamers met zijden gordijnen
Voor de deur stonden soms kamelen
En grote kasteeltuinen om in te verdwijnen

Maar toen, ohnee, sloeg het noodlot toe
De wind stak op en kwam aan land
Alles ging stuk, tot de kamelen aan toe
Want die waren natuurlijk van zand

Kastelen zonder kamelen:
De koning was er het hart van in
Hij brulde het vanaf de kantelen:
Zo hebben kastelen geen enkele zin!

De koning kocht toen een echte kameel
En wel honderd zakken eten
Maar hij bouwde nooit meer een kasteel
Hij wilde er niks van weten

Zandkastelen werden in het hele land verboden
De prinses mocht niet meer naar zee
En als ze toch wou, en dit is niet gelogen
Dan moest vanaf nu de kameel maar mee

Geen opmerkingen:

Een reactie posten